We maken een inhaalslag | Brandweer
Nazorg bij brandweer Amsterdam-Amstelland
Brandweerkorps Amsterdam–Amstelland heeft vier jaar geleden besloten om nóg meer aan nazorg te gaan doen. “Het is niet normaal dat een flink deel van ons korps getraumatiseerd is”, zegt commandant Tijs van Lieshout. Wat doet het korps aan nazorg? En hoe willen zij dat de komende jaren nog verder intensiveren?
“We kunnen niet voorkomen dat onze brandweerprofessionals heftige gebeurtenissen meemaken. Dat hoort bij hun werk. Vooral het directe contact met slachtoffers is ingrijpend", zegt Tijs van Lieshout.
Jullie hebben vier jaar geleden besloten om meer aan nazorg te gaan doen. Wat was de aanleiding?
Tijs: “Laat ik voorop stellen dat we als korps altijd al aan nazorg hebben gedaan. Het is zeker niet zo dat we daar een paar jaar geleden pas mee begonnen zijn. We hebben bijvoorbeeld al langer een bedrijfsopvang team (BOT) waar mensen terecht kunnen na een heftig incident. De collega’s van het BOT staan op afstand en zij kunnen brandweerprofessionals helpen bij de verwerking. Dat doen zij bijvoorbeeld door samen met hen het plaatje in hun hoofd compleet te maken. Ook geven zij informatie over hoe een normaal verwerkingsproces eruit ziet en zij kunnen mensen doorverwijzen als dat nodig is.
We merkten dat er meer nodig was om mensen goede nazorg te bieden. We hebben ARQ IVP gevraagd om ons daarbij te ondersteunen. Zij hebben bijvoorbeeld workshops voor al onze brandweerprofessionals georganiseerd over bewustwording en het bespreekbaar maken van ingrijpende gebeurtenissen of eventuele klachten. Ook hebben we samen avonden georganiseerd voor de verwanten van de brandweerprofessionals.”
Jullie hebben dus geïnvesteerd in de mensen in de directe omgeving van de professionals. Waarom is daarvoor gekozen?
“Omdat mensen het beste herstellen als zij een goede ondersteuning krijgen vanuit hun directe omgeving”, zegt Jelte Bosgra, psycholoog en trainer bij ARQ IVP. “Dat zijn dus je collega’s en je netwerk thuis. Je collega’s of bijvoorbeeld je partner zijn het beste in staat om snel de signalen op te pikken als het niet goed meer met je gaat. Hoe sneller je dit soort signalen herkent en eventueel professionele hulp inschakelt, hoe sneller en beter mensen geholpen kunnen worden bij het herstel.”
Hoe lopen deze initiatieven? Worden de verwantenavonden bijvoorbeeld druk bezocht?
Tijs: “De opkomst is wisselend. We merken dat de partners vaak wel graag willen komen. Maar sommige brandweermannen willen hun vrouw daar niet mee belasten. Als de partners er eenmaal zijn, leidt dat vrijwel altijd tot goede inzichten. Zij lopen vaak al langere tijd met vragen rond, zoals: is het normaal wat mijn man doet? Of moet ik me zorgen maken? Tijdens zo’n verwantenavond kunnen ze die vragen stellen. Ook is het goed om de verhalen van anderen te horen. Dan horen ze een vrouw iets vertellen over het gedrag van haar man en dan beseffen ze zich: ‘Hé, dat doet die van mij ook’. Zo leren zij de signalen beter te herkennen.”
Kunnen de directe collega’s en verwanten vervolgens het verschil maken? Zijn zij in staat om het patroon te doorbreken?
Jelte: “Jazeker. Bepaald gedrag kan een aanleiding zijn om het er een keer over te hebben. Tijdens de workshops en de verwantenavonden krijgen de aanwezigen gesprekstechnieken aangereikt waarmee ze dit bespreekbaar kunnen maken.”
'Reflecteren op je functioneren is een onderdeel van je professionaliteit'
Daarnaast willen jullie alle brandweerprofessionals elk jaar een Mental Check Up-gesprek gaan aanbieden. Wat is het doel van deze gesprekken?
Tijs: “Dit zijn gesprekken met een psycholoog om te kijken hoe het met je gaat. Het doel van deze gesprekken is dat mensen leren om te reflecteren op hun eigen functioneren als onderdeel van hun professionaliteit. Hoe eerder iemand zelf merkt dat het niet goed gaat, hoe eerder we maatregelen kunnen nemen. In zo’n gesprek kan iemand tot de conclusie komen dat het goed gaat, maar de conclusie kan ook zijn dat er een disbalans is. Er kan dan meegedacht worden over welke stappen diegene kan zetten om weer in balans te komen. Door sneller in te grijpen kunnen we voorkomen dat iemand lang met de klachten doorloopt en uiteindelijk langdurig uitvalt.”
Jelte: “Bovendien is tijd nemen om te herstellen na een incident voor veel brandweermannen en -vrouwen geen vanzelfsprekendheid. Brandweerprofessionals zijn mensen die in staat zijn om snel in actie te komen. Zij kunnen een knop omzetten en ergens helemaal voor gaan. Daardoor zijn zij goed in hun vak. Maar je hebt ook andere skills nodig om na een incident goed te herstellen. Je moet dan kunnen ontladen en tot rust komen. Brandweerprofessionals hebben dat van nature niet altijd in zich en daarom is het belangrijk dat zijzelf en de organisatie daar aandacht aan besteden.”
Tijs: “Het is niet verantwoord dat mensen soms 15 jaar rondlopen met PTSS-klachten. Als zij doorgaan met dit werk, worden zij alleen maar zieker. We vinden het heel logisch dat mensen stoppen met dit werk als ze bijvoorbeeld een been verloren hebben. Maar als mensen PTSS hebben, is het natuurlijk de vraag of dat herstelt en of ze weer op de oude voet kunnen doorgaan. We willen dat mensen gezond oud worden, dat gaat allemaal niet vanzelf.”
Jullie zijn nu vier jaar intensiever met nazorg bezig. Wat heeft het opgeleverd?
We weten dat sociale steun een belangrijke factor is in het voorkomen van klachten na ingrijpende gebeurtenissen. Het is dus gewoon belachelijk om het niet te doen.
Toch merk ik dat er de afgelopen jaren wel veel veranderd is. Zo’n 20 jaar geleden was het een taboe om over PTSS te praten. Daardoor bleven mensen er te lang mee rondlopen. Dat taboe is verdwenen en mensen zijn steeds beter in staat om over mentale problemen te praten. Mensen worden er bovendien niet meer op aangekeken als zij PTSS hebben gehad. Mensen beseffen dat het vroeg of laat iedereen kan overkomen. Maar met goede nazorg hopen we dat het aantal knakmomenten afneemt en dat de impact minder groot zal zijn.” En mochten mensen toch PTSS oplopen, dan worden ze naar ARQ IVP doorverwezen voor een behandeling.
Dit ervaringsverhaal is een verkorte weergave van het interview dat Maaike Tindemans van Crisismanager.nl had met Jelte Bosgra en Tijs van Lieshout