Onderzoek getroffenen schoolgijzeling Bovensmilde 1977

Behoeften van getroffenen en naasten van de gijzeling in Bovensmilde

In het voorjaar van 1977 werden meer dan honderd kinderen en vijf leraren door Molukse actievoerders gegijzeld op een school in Bovensmilde, Drenthe. In een brief eisten de gijzelnemers onder andere dat de Nederlandse overheid Molukse gevangenen vrij zou laten. Na vier dagen werden alle kinderen en één leraar vrijgelaten, nadat sommige kinderen ziek waren geworden. Na twintig dagen werd de gijzeling beëindigd, en de vier overige leraren bevrijd. De gijzeling en de nasleep ervan hadden een enorme impact op de gehele gemeenschap van Bovensmilde. De schoolgijzeling vond tegelijkertijd plaats met de treinkaping bij de Punt. 

 

Achtergrond

In 1977 was er nog weinig bekend over de effecten van gijzelingen op direct betrokkenen en hun omgeving. Ook over de juiste hulp was weinig bekend. Nu weten we dat een gijzeling diepe psychische sporen kan achterlaten. Na meer dan vier decennia ervaren sommigen die direct betrokken waren bij de schoolgijzeling in Bovensmilde (nog steeds) ernstige klachten. Anderen hebben nooit over hun ervaringen kunnen praten. Sommige mensen willen erkenning en steun voor hun problemen, anderen willen begrip voor wat er met hen is gebeurd en hoe dit hun leven heeft beïnvloed. Het is belangrijk dat iedere getroffene de ruimte krijgt om te vertellen wat nu de behoefte aan steun en erkenning is. Ook naasten en dorpsgenoten worstelden jarenlang met de gijzelingen en de gevolgen daarvan voor de relaties in Bovensmilde.

Doel van het onderzoek

Met het onderzoek willen we antwoord krijgen op drie vragen:

  1. Wat zijn de langetermijneffecten van de gijzeling in Bovensmilde op de getroffenen en hun naasten?
  2. Welke behoeften hebben de getroffenen met betrekking tot erkenning en ondersteuning als gevolg van de gijzeling?
  3. Welke aanbevelingen kunnen we doen aan de overheid over hoe zij kunnen voldoen aan de behoeften van de getroffenen en hun naasten?

Doelgroep van het onderzoek

Het onderzoek richt zich op twee groepen: direct getroffenen en hun naasten. Met ‘getroffenen’ bedoelen we alle voormalige leerlingen en leraren die de gijzeling op de basisschool in Bovensmilde hebben meegemaakt inclusief diegenen die niet aanwezig waren op de dag van de gijzeling, en diegenen die na aanvang van de gijzeling zijn gevlucht of naar huis zijn gestuurd. Met ‘naasten’ bedoelen we de mensen die dicht bij de getroffenen stonden tijdens de gijzeling (bijvoorbeeld ouders, broers en zussen) en nu (bijvoorbeeld partner en kinderen).

Daarnaast bedoelen we met ‘betrokkenen’ allen die zich tot op de dag van vandaag betrokken voelen bij de gebeurtenissen in Bovensmilde in de jaren 70. Het onderzoek richt zich niet op deze laatste groep, maar zij kunnen wel een luisterend oor vinden bij het contactpunt.

Deelname aan het onderzoek is volledig vrijwillig. Getroffenen en naasten beslissen zelf of ze willen deelnemen aan de vragenlijsten, interviews en groepssessies.

Uitvoering onderzoek

Het onderzoek bestaat uit vier onderdelen:

  • Literatuurstudie: Allereerst verzamelen we relevante informatie uit media- en krantenberichten, onderzoeken en rapporten over de gijzeling in Bovensmilde.
  • Vragenlijst: Daarna vragen we de getroffenen en naasten om een vragenlijst in te vullen. Hiermee willen we de impact van de gijzeling in kaart brengen; inclusief gezondheid, ervaren problemen, en behoeften op het gebied van erkenning, zorg en ondersteuning.
  • Interviews: We voeren persoonlijke interviews uit waarin we dieper ingaan op de ervaringen, levensverhalen, problemen en behoeften van getroffenen en hun naasten als gevolg van de gijzeling. Dit helpt ons beter te begrijpen welke problemen er spelen en welke behoeften er zijn met betrekking tot erkenning.
  • Groepssessies: Tot slot organiseren we bijeenkomsten voor getroffenen en hun naasten. Tijdens deze sessies presenteren we de onderzoeksresultaten en bieden we ruimte voor het delen van ervaringen. Het doel is om deelnemers suggesties te laten doen over hoe de overheid kan bijdragen aan de ondersteuning en erkenning van getroffenen en hun naasten.

Wat is de planning?

De voorbereidingen voor het onderzoek zijn begonnen. Naar verwachting worden de uitnodigingen voor de vragenlijsten verstuurd na de zomer. De interviews zullen plaatsvinden in het najaar en de winter van 2024. Begin 2025 zullen de groepssessies plaatsvinden. Verwacht wordt dat het onderzoek in de zomer van 2025 is afgerond.

Aanleiding onderzoek

In het vijfenveertigste jaar na de schoolgijzeling heeft een van de toenmalige leerlingen Kamerleden uitgenodigd en aandacht gevraagd voor de impact die deze gijzeling heeft gehad op het leven van getroffenen en de erkenning en hulp die zij missen. Dit leidde tot Kamervragen over de hulp aan getroffenen. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is hierdoor met enkele getroffenen gaan praten. De toenmalige minister voor Rechtsbescherming gaf daarna opdracht voor het project Erkenning en Ondersteuning Getroffenen Bovensmilde (EOGB). Het doel van dit project is om een bijdrage te leveren aan de erkenning van de ervaringen van de getroffenen. En ook is het doel om ondersteuning te bieden bij hun herstelproces. Daarvoor is onderzoek nodig naar wat de langetermijngevolgen zijn voor getroffenen en waar de behoeften precies liggen. Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Datacentrum (WODC) werd gevraagd om het onderzoek uit te besteden en te begeleiden, zodat het onafhankelijk blijft. Het WODC gaf deze taak aan ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum. ARQ heeft veel ervaring met traumaverwerking na heftige gebeurtenissen en met onderzoek daarnaar. Het onderzoek informeert het project EOGB over de behoeften van getroffenen en wat gedaan kan worden om hen te erkennen en te helpen.

Het rapport met de onderzoeksresultaten en adviezen wordt opgeleverd aan het WODC. Vervolgens wordt het rapport door het WODC aangeboden aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Wetenschappelijke begeleidingscommissie

De kwaliteit van het onderzoek wordt geborgd door vooraanstaande onafhankelijke onderzoekers. Zij adviseren over de voortgang, wetenschappelijke kwaliteit en onafhankelijkheid van het onderzoek.

Klankbordgroep

Er is een klankbordgroep opgericht met mensen die de ervaringen en het standpunt van de betrokkenen goed begrijpen en de lokale situatie kennen. De klankbordgroep biedt ARQ praktische ondersteuning en advies met betrekking tot de uitvoering van het onderzoek.

Wat levert het onderzoek op?

  • Het onderzoek biedt getroffenen en hun naasten de kans om te vertellen wat hen is overkomen. Het maakt de impact van de gijzeling maatschappelijk zichtbaar;
  • Het onderzoek stelt getroffenen en naasten in de gelegenheid om mee te denken over wat er gedaan kan worden om hen te steunen en erkennen voor wat hen is overkomen;
  • Er komt een rapport met onderzoeksresultaten en adviezen, waarin ook de psychosociale gevolgen van de gijzeling beschreven worden;
  • Het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de gemeente Midden-Drenthe bekijken aan de hand van de resultaten en adviezen uit het onderzoeksrapport wat er nog (aanvullend) gedaan kan worden aan ondersteuning en erkenning voor getroffenen;
  • Met de uitkomsten uit het onderzoek trekken we lessen voor vergelijkbare gebeurtenissen om de negatieve gevolgen ervan zo veel mogelijk in te perken.

Wilt u zich aanmelden voor de nieuwsbrief met updates over het onderzoek? Meld u hier aan

Contactpunt onderzoek

Roept de start van het onderzoek vragen of emoties bij u op? Neem dan contact op met het contactpunt van het onderzoek. 

Oproep

Bent u een getroffene en wilt u deelnemen aan het onderzoek?

Status

lopend

Beginjaar

2024

Projecttype

Projecttype

Onderzoek

Opdrachtgever(s)

Opdrachtgever(s)

Neem direct contact op