Sterk genoeg om geraakt te worden

Klinisch psycholoog bij ARQ IVP Liesbeth Renkens vertelt over de ondersteuning voor de KNRM

KNRM op zee
Foto: KNRM

In veel sectoren, en zeker ook op zee, heerst van oudsher een cultuur van “eelt op de ziel kweken”. Wat je meemaakt, hoort er nou eenmaal bij. Je bijt je erdoorheen en je gaat weer verder. Ik begrijp die houding - het is stoer, het is praktisch, het past bij het werk. Maar het kan ook betekenen dat er geen ruimte is om te laten zien dat iets je raakt. Terwijl dát juist belangrijk is voor je mentale gezondheid en voor de steun die je elkaar kunt bieden.

Bij ARQ IVP ondersteunen we al bijna veertig jaar organisaties als de KNRM. We geven advies, we leiden mensen op in collegiale opvang en we zijn er als er sprake is van mentale overbelasting. Daarbij gaat het niet alleen om de psycholoog of de professional. Je eerste kring is altijd je omgeving: familie, vrienden, collega’s. Veel mensen denken dat ze meteen naar een specialist moeten, maar vaak is steun uit je directe eigen kring de beste eerste stap. Zij kennen de context waarin iets gebeurd is en zij kennen jou. Op zee bestaat die kring dus uit je collega’s aan boord. Alleen al het weten dat je ergens terecht kunt, maakt het verschil.

Dit artikel verscheen in het magazine Veilig Werken op Zee

 

Normale reacties op abnormale omstandigheden
Wat ik vaak zie, is dat mensen schrikken van hun eigen reactie tijdens een incident. Je kunt jarenlang overtuigd zijn van je stabiliteit en kracht - “stuur mij er maar op af” - en toch ineens merken dat je bevriest, of bang wordt, of een emotie ervaart die je niet van jezelf kent. Dat kan soms voelen als een aanslag op je zelfbeeld. “Ben ik dan toch niet sterk genoeg?”

Mijn antwoord is altijd: dit zijn normale reacties op abnormale gebeurtenissen. Als je iets meemaakt dat volledig uit de pas loopt met het gewone leven, is het logisch dat je lichaam en geest ook anders reageren. We zijn allemaal van nature uitgerust met de basale reacties, met vechten, vluchten of bevriezen. En ook na afloop kan je lijf nog een tijd in de alarmstand blijven: hyperalert, beelden die blijven terugkomen, het vermijden gedachten aan of praten over de gebeurtenis. Het is belangrijk om te weten dat dit veel vaker voorkomt dan je denkt en dat het meestal vanzelf weer milder wordt, zeker met voldoende steun.

Reconstructie en actieve rollen
Een belangrijk onderdeel van ons werk is de reconstructie na een ernstig incident. Dat kan het ongeval op het Wad zijn, of het schoolreisje dat tragisch afliep of de nasleep van de ramp met de surfers in het zeeschuim. Tijdens deze reconstructie komen alle betrokken professionals bij elkaar, zoals  kustwacht, redders en ambulancepersoneel. We lopen het incident chronologisch door, zodat iedereen het hele verhaal kent. Het compleet hebben van het verhaal brengt de hulpverleners vaak helderheid en daarmee rust. Dat is dus niet alleen nuttig voor de feiten, maar ook heel waardevol.

Wat ik daarbij vaak benadruk: actief zijn helpt. Als je een taak hebt tijdens een incident - zoals het opvangen van familie of het doorgeven van instructies - dan heb je iets kunnen doen. Dat maakt de beelden van het incident niet per se minder heftig, maar wel beter te hanteren. Vastgenageld toekijken zonder rol kan veel zwaarder zijn. Wijs daarom mensen bewust een taak toe, zodat ze niet het hele incident hoeven te zien, maar juist iets kunnen bijdragen.

 

Cultuur is de basis
De moeilijkste, maar ook de belangrijkste stap, zit in de cultuur. Het begint met de overtuiging dat het níét vreemd is als je geraakt bent door een incident. Dat je mag praten, dat er ruimte is. En dat er ook respect is voor degene die níét wil praten. Iedereen verwerkt op zijn eigen manier.

Leidinggevenden spelen daarin een cruciale rol. Het mee-signaleren als het met iemand niet goed gaat en dat bespreekbaar maken. Niet door in te vullen wat goed zou zijn voor de ander, maar door te vragen. Gewoon: “Hoe gaat het met je?” En door zelf het goede voorbeeld te geven. Als je als leidinggevende open bent over je eigen ervaringen, geeft dat anderen ook ruimte. En als dat niet bij je past: veroordeel dan in elk geval niet degene die er wél woorden aan wil geven.

Ik merk dat de cultuur in een hoop sectoren langzaam verandert. Vroeger was openheid ‘soft’, nu zien steeds meer organisaties dat het juist kracht is. Maar cultuurverandering kost tijd.

Dankbaar werk
Zelf ben ik nooit direct betrokken geweest bij een ongeval. Maar ik mag dichtbij komen in de zwaarste momenten van iemands leven. Het werk is nooit saai, altijd intens en ik ervaar het als heel dankbaar.

Soms is het goed ergens bewust geen rol in te spelen. Toen ik zelf net een kindje had gekregen, heb ik bijvoorbeeld aangegeven dat ik tijdelijk geen rouwbehandeling kon geven voor het verlies van een kind. Dat werd door mijn werk gerespecteerd. Ook dat is belangrijk: erkennen dat je eigen grenzen er toe doen.

Samen sterk
Wat ik uiteindelijk iedereen op zee zou willen meegeven: je hoeft geen eelt op de ziel te kweken om dit werk te doen. Je bent een mens, en als mensen kun je geraakt worden. Maar met steun, ruimte en een gezonde cultuur genezen we ook weer. Het maakt je geen minder sterke zeeman of vrouw - het maakt je menselijk. En juist daarin schuilt de echte kracht.