Na de dienst
Behoefteanalyse psychosociale zorg voor uit dienst getreden geüniformeerden
Geüniformeerde medewerkers van de ambulance, brandweer, politie en Defensie krijgen regelmatig te maken met potentieel schokkende of traumatische gebeurtenissen. Zolang zij in actieve dienst zijn, is de werkgever wettelijk verantwoordelijk voor het organiseren van passende psychosociale opvang. Maar klachten kunnen zich pas vele jaren later openbaren, ook lang nadat een medewerker uit dienst is. ARQ onderzocht hoe groot deze groep is en in hoeverre zij nog ondersteuning kunnen verwachten van hun oud-werkgever.
De geüniformeerde organisaties hebben veel aandacht geschonken aan psychosociale ondersteuning van hun medewerkers, onder meer door een richtlijn op te stellen die de uitgangspunten beschrijft. De ambulance, brandweer en politie hebben door het ontbreken van registratie van oud-medewerkers geen zicht op de mate waarin zij problemen ervaren en zorg nodig hebben. Zij kunnen gebruikmaken van lokale initiatieven en zijn verder aangewezen op de reguliere gezondheidszorg. Defensie heeft wel zicht op het profiel van ex-militairen. Na de uitzending ontwikkelt 20% psychosociale problemen, zoals aanpassingsproblemen, schulden en middelenmisbruik. Defensie heeft hiervoor landelijk zorgbeleid ontwikkeld.
Psychosociale problemen signaleren en steun bieden
De geïnterviewden pleiten voor een betere signalering van psychosociale problemen bij oud-medewerkers. Zij adviseren een actieve houding aan te nemen in het aanbieden van zorg, want geüniformeerden treden niet snel naar voren met hun problemen, herkennen de problemen niet snel bij zichzelf of relateren ze niet aan gebeurtenissen uit hun voormalige werk. Tot slot bevelen de geïnterviewden aan het thuisfront te betrekken. Zij hebben tenslotte een grote rol in het zien van gedragsveranderingen en zij ervaren ook de directe gevolgen van eventuele problemen. Zij moeten dus ook bij de geüniformeerde organisatie terecht kunnen voor ondersteuning.
Met dank aan
Deze publicatie is tot stand gekomen in opdracht van het Nederlands Veteraneninstituut en in samenwerking met de geüniformeerde organisaties.